In het voorjaar van 2007 had ik visioenen van mijn geliefde man Wim, die overging naar het licht. Het spreekt voor zich dat deze beelden me enorm bang maakten en intense rouw veroorzaakten. Toen ontdekte ik op een avond tijdens een vakantie op het Griekse eiland Cyprus de onverwachte bron.
Wim ziet me zuchten. ‘Gaat het goed met je?’
‘Ik weet niet wat ik nog meer kan doen om uit deze toestand te komen.’ Mijn keel zit volledig dicht, ik ben zo bang. Ik leg mijn pen neer en sluit mijn dagboek.
‘Kan ik iets voor je doen?’
De vraag brengt me in een dilemma. ‘Ik wil je er niet mee belasten.’
Maar Wim laat zich niet ontmoedigen. ‘Gaat het over mijn dood?’ Hij weet van mijn beelden. Innerlijk ril ik en knik. ‘En denk je dat ik nu lekker zal slapen?’
Ondanks mijn angst moet ik lachen. ‘Nee, ik begrijp dat het niet zo werkt.’ Goed, dan gaan we aan de slag, en ik ga op de bank liggen.
Wim gaat naast me op de salontafel zitten. Wanneer hij een hand op mijn buik en op mijn kruin legt, voel ik me onmiddellijk rustiger. ‘Vertel me wat je ziet.’
‘Ik zie twee beelden. In één beeld zie ik je een kristallen trap oplopen; het andere beeld gaat over een begrafenis.’
‘Vertel over de begrafenis.’
‘Ik zie een houten kist.’ Mijn stem klinkt schor van emotie. ‘De kist staat voor het altaar in een kerk.’
‘Waar ben jij?’
‘Mijn bewustzijn hangt boven de kist. Het is vreemd, want tegelijkertijd zie ik mezelf naast de kist staan met de kinderen aan mijn zijde; ze zijn ongeveer even oud als nu.’
Wim neemt een moment om naar zijn gidsen te luisteren. ‘Wat doorkomt is dat ik je moet vragen of het over dit leven gaat of over een parallel leven?’
De vraag overweldigt me, want mijn geest verzet zich tegen het idee van een parallel leven. Ik zie mezelf toch? Maar de vraag doet zijn werk en brengt me in focus. ‘Het is een parallel leven,’ antwoord ik tot mijn eigen verbazing. Ik spreek vanuit een intuïtieve kennis. ‘De vrouw naast de kist draagt een zwart pak en op haar hoofd heeft ze een bolhoed, niet iets wat ik zelf zou kiezen. De Wim in de kist is ook een andere Wim. Ze zijn niet op een goede manier uit elkaar gegaan. Ongeveer een maand geleden werd ze verliefd op een andere man en dat bracht onrust in de relatie. Nu haar man dood is, voelt ze zich schuldig. Aangezien deze parallelle-ik geen genezer is, heeft ze geen idee van het bestaan van de energetische wereld en begrijpt ze niet dat zijn ziel is overgegaan.’ Hoe dan ook, het verdriet van de vrouw raakt mijn emoties.
‘Kun je iets voor haar doen?’
‘Ik kan haar uitleggen wat ik weet. In haar ogen zie ik dat ze me hoort, ook al weet ze niet waar de stem vandaan komt.’ Aangezien ik totaal geen ervaring heb met parallelle levens, bevind ik me in onbekend terrein. Toch weet een deel van mij intuïtief wat ik kan doen. Ik help de Wim in dat leven over te gaan. Dan zie ik dat in dit leven de kristallen trap zich terugtrekt, terwijl Wim in dit leven de trap afkomt en ik zijn stem in mijn hoofd hoor. ‘Ik heb mijn keuze gemaakt; ik ga niet dood.’
Terwijl mijn veld verschuift, ontspant mijn lichaam zich, mijn darmen en maag rommelen van de ontlading, en ik zak weg in een diepe slaap.
De volgende dag vertellen mijn gidsen me om nog eens terug te gaan naar het parallelle leven, en Wim faciliteert opnieuw een regressie. Het eerste wat ik zie is een ziekenhuis. Ik zit in de wachtkamer met mijn moeder en mijn broer. ‘Wim’ is met loeiende sirenes binnengebracht en de dokters zijn druk met hem bezig.
‘Ga verder terug in de tijd.’
Deze keer accepteer ik de instructies zonder aarzeling en verplaats ik mijn focus. ‘Ik ben verliefd. Ik ging naar een workshop en ben diep geraakt. Ik vertel het je, en je wordt boos. Je eist dat ik een keuze maak, jij of hij, maar ik kan niet kiezen. Je dreigt met een scheiding, om de kinderen bij me weg te nemen,’ mijn stem hapert, en het ritme van mijn ademhaling vult de stilte. Dan gaat het verhaal verder; het is alsof de woorden vanzelf komen. ‘In dat leven mishandel je de kinderen, en ik doe niets om hen te beschermen. Aan de buitenkant lijken we het perfecte stel, omdat we in een mooi huis wonen en ons bedrijf succesvol is. Maar van binnen is het een moeras; jij bepaalt wie ik ben, dus stik ik. Dan krijg je plotseling een beroerte, je stort thuis in elkaar, en ik voel me schuldig omdat ik je dood gewenst had.’
Buiten herinnert het gelach van de kinderen die in het zwembad spelen me eraan dat mijn emoties niet bij het heden horen.
‘Wat kan ik doen om dit af te sluiten?’ vraag ik mijn gidsen en Wim.
‘Je moet haar in jezelf integreren.’
Even aarzel ik.
‘Neem haar in je hart op.’ Wim’s stem neemt de twijfel weg.
Ze kijkt me vragend aan. ‘Ik ben jij,’ zeg ik tegen haar, ‘maar ik heb het verwerkt.’
‘Wat heb je verwerkt?’ Ze lijkt niet te weten waar ik het over heb. Met een welkomstgebaar leg ik mijn hand op mijn hart. Haar vraag laat ik onbeantwoord, want het verhaal is te groot.
Sindsdien ben ik via meditatie of multidimensionale opstellingen nog drie andere parallelle Zelven in parallelle realiteiten tegengekomen. Volgens Steve Rother zouden er wel twaalf versies van hetzelfde leven kunnen zijn. Ik ontdekte dat elk parallel Zelf zijn eigen ziel heeft en dat deze zielen allemaal verbonden zijn met dezelfde hogere ziel. Sommige Zelven leiden vervullende, gelukkige levens, andere Zelven leven pijnlijke, gebroken levens. Elke gedachte, elke actie van een Zelf zal alle andere Zelven beïnvloeden. Op deze manier verzamelt de hogere ziel een verscheidenheid aan verschillende ervaringen die allemaal verbonden zijn met hetzelfde geboortemoment.